De laatste tijd (lees: reeds járen) is er de ene na de andere discussie over paardenwelzijn. In deze discussies gaat het voornamelijk over de manier van trainen. LDR (Laag, Diep en Rond rijden) is één van die discussiepunten, en daaronder valt weer het 'achter de loodlijn' rijden. En ondanks dat elke paardeneigenaar wel weet (hoop ik!!) dat het rijden achter de loodlijn niet een gezonde werkhouding is, gebeurt het toch veel. Ik denk dat, los van het feit dat er veel mensen zijn die dat een mooi plaatje vinden, er ook veel onwetendheid heerst.
Via deze blog wil ik proberen een stukje van die onwetendheid weg te nemen door duidelijk te maken waarom het achter de loodlijn lopen geen gezonde werkhouding voor een paard is en wat er biomechanisch fout kan gaan bij een paard wat langdurig in deze werkhouding getraind wordt.
Eerst even een korte uitleg wat dat 'achter de loodlijn' lopen betekent.
De loodlijn is een soort graadmeter dat het paard te kort in de hals is. Dat hij met zijn neus te veel terug loopt richting zijn borst. Wanneer een paard met zijn neus op de loodlijn loopt, staan zijn voorhoofd en neus op een rechte, verticale lijn. Persoonlijk kijk ik zelfs liever naar de verticale lijn vanaf het oor tot aan de mondhoek want sommige paarden hebben een wat gotere of kleinere neus. Bij een paard dat achter de loodlijn loopt, gaat de neus te veel richting de borst van het paard, waardoor er geen sprake meer is van deze verticale rechte lijn.
De werkhouding 'achter de loodlijn' heeft gevolgen voor vrijwel het hele paardenlichaam, maar ik zal de belangrijkste per punt bespreken.
Laten we eerst kijken naar het biomechanische geheel:
- Een paard wat achter de loodlijn loopt, maakt zich kort in de hals. Door deze verkorting, vergelijkbaar met een elastiekje wat zich in elkaar vouwt, kan het paard geen schoftlift maken en daarmee niet correct over de rug lopen. Gevolg daarvan is dat het de mogelijkheid verliest om met de achterbenen onder te treden en te dragen.
- Doordat er geen schoftlift kan zijn, kan het voorbeen minder ver naar voren komen en zal het paard moeite hebben met de horizontale balans. Daardoor is er (nog) meer gewicht op de voorhand.
- Het voorbeen van het paard landt op de grond daar waar de neus is. Is de neus te ver terug, dan kan het voorbeen ook niet goed naar voren landen.
Laten we dan eens kijken wat er lokaal allemaal kan gebeuren door langdurig achter de loodlijn rijden:
- Er komt spanning op het gebied achter de oren; daar waar de eerste halswervels zich bevinden. Door de boog die de hals moet maken bij het lopen achter de loodlijn komt er compressie aan de onderzijde van de hals en dan met name de halsgewrichten. Deze compressie, of druk, komt ook aan in de gewrichten en teveel druk in de gewrichten kan tot problemen leiden. Aan de bovenkant van de hals komen er juist weer trekkrachten. Deze trekkrachten komen op het fasciale weefsel en op de spieren aan. Één van deze structuren is de nekband die vanaf de schoft tot aan de schedel loopt. Voortdurende trekkrachten op deze nekband kan pijn geven.
- Aangezien de nekband loopt tussen schoft en schedel kun je je voorstellen dat als er trekkrachten op de nekband komen te staan dat deze trekkrachten ook trekken aan de schoftregio en de schedel, met mogelijke verkalkingen of aanhechtingsproblemen tot gevolg.
- De 2e halswervel (C2) heeft aan de bovenkant een grote kam (zie foto). Tussen deze kam en de nekband ligt een slijmbeurs. Komt er te lang druk op deze slijmbeurs dan kan dat leiden tot slijmbeursontstekingen (bursitis).
- Het hyoid, oftewel het tongbeen, komt onder druk te staan. Het tongbeen is via spier- en bindweefsel verbonden met een deel van de voorhand en schouderregio en er zijn zelfs dissecties geweest waarbij is aangetoond dat het bekken en achterhand kan worden beïnvloed via het hyoid, en andersom.
- De slokdarm en luchtpijp moeten een scherpe bocht maken. Daardoor kan het paard moeite hebben met slikken en kan het meer gaan speekselen/slijmen. Óf het paard kan zelfs moeilijker adem halen.
- Het kaakgewricht komt als het ware op slot te staan. Om een gezonde voorwaarts/neerwaartse tendens aan te kunnen nemen moet het paard het kaakgewricht kunnen ontspannen waardoor de onderkaak kan 'zakken'. Dat kan niet als er te veel druk staat op de kaakgewrichten.
We leren paarden om te wijken voor druk. Meestal gaat een paard achter de loodlijn lopen omdat ze geleerd hebben (veelal door een terugwerkende ruiterhand) om de druk te ontwijken. Maar biomechanisch gezien betekent het kort maken in de hals of opkrullen dat ze minder gewicht op de achterhand hoeven te hebben, zoals jullie hierboven hebben kunnen lezen. Dit is vergelijkbaar met als wij een kratje bier tillen: houden we dat kratje (het paard dat zijn hoofd draagt) dicht bij ons lichaam, dan kost dat veel minder kracht dan dat we het kratje ver van ons af houden (oftewel het paard heeft zijn hoofd ver van het lichaam).
De Fries op de foto's koos er op foto 2 zelf voor om even op te krullen. In deze blog heb ik het ook niet over paarden die uit zichzelf zonder druk kortdurend achter de loodlijn komen, maar over paarden die langdurig getraind worden in deze ongezonde werkhouding.
Leer je paard om met zijn NEUSJE ERUIT te lopen. Hoe? Ik help je graag!